gratis make up spiegeltje ontvangen | | |
|
| Drogisterij.net biedt een breed assortiment (40.000) drogisterijartikelen, met steeds andere aanbiedingen en nieuwe producten. Een greep uit het assortiment: Afslankproducten, Make-up, Parfum, Sportvoeding, Verzorgende producten, Vitaminen, Geneesmiddelen, Seksualiteit, Schoonmaakproducten en nog veel meer.
De doelgroep is man en vrouw boven de 18 jaar.
Drogisterij.net BV
|
| FitForMe is het eerste merk dat voedingssupplementen afstemt op de persoonlijke behoefte van de consument. Hiermee onderscheidt FitforMe zich van andere aanbieders die standaard producten aanbieden. Het brede assortiment bestaat uit multivitamines en aanvullende producten, zoals Omega 3 Visolie, Detox, Overgang Balans, Glucosamine, Vitamine B Complex en Vezeltabletten. Regelmatig worden er nieuwe producten gelanceerd. De goed converterende website heeft een eigentijdse uitstraling en biedt o.a. de volgende voordelen:
Fit For Me B.V.
|
| Nrgboost.nl is een moderne vernieuwde webshop en verkoopt voedingssupplementen, naast een gigantische en zeer divers assortiment staat Nrgboost.nl ook bekend om haar uitstekende service. Nrgboost.nl levert alle supplementen uit voorraad en tegen zeer scherpe prijzen. Het gaat daarbij om supplementen en sportvoeding in de breedste zin van het woord. Sportvoeding voor wielrenners, atleten en andere duursporters, supplementen voor krachtsporters, maar ook een multivitamine of een fatburner voor de doorsnee aerobics- of fitness-deelneemster.
USP's:
- Ervaring in de markt;
- Kwalitatief hoogwaardige producten;
- Snelle levering;
- Geen verzendkosten
Supplementen Online B.V.
|
|
| Beste bezoekers op deze site wordt u op de hoogte gebracht betreft u gezondheid en leefstijl.
Zoals op de site gezondheidenzorg bevat ook deze site veel informatie voor u.
De berichtgeving is over genomen van: lijfmagazine..tijdschrift over gezondheid en leefstijl.
Dat tijdschrift is gratis mee te nemen bij u huisarts.
Maar aan gezien dat tijd schrift al gauw uit de spreekkamer is verdwijnen,willen wij u toch op de hoogte brengen,zo doende deze site,dat u via het internet waar u ook zit toch
op de hoogte wordt gebracht...zeg het voort...zeg het voort.
|
|
LIJFMAGAZINE is de titel van een multimediaal concept waarvan het hart wordt gevormd door het onafhankelijke publiekstijdschrift LIJFMAGAZINE over gezondheid en leefstijl. Bezoekers van huisartspraktijken in Nederland krijgen dit tijdschrift gratis aangeboden door hun huisarts. Doelstelling van het concept is om patiënten van huisartsen betrouwbare informatie aan te reiken over gezondheid en een gezonde leefstijl. Uitgangspunt bij de medische informatie is de werking van het menselijk lichaam. Het LIJFMAGAZINE concept richt zich nadrukkelijk niet op ziekten en de behandeling daarvan. De juistheid van de medische informatie wordt vooraf gecontroleerd door een huisarts/hoofdredacteur en een redactieraad bestaande uit huisartsen.
Pieter van Dam tekende voor het concept van LIJFMAGAZINE dat hij verder uitgewerkt heeft met Jan Huizinga, huisarts en een team van adviseurs met ervaring in de branche. Pieter van Dam is chemicus en oud-journalist en sinds 1980 werkzaam als (zelfstandig) communicatie-adviseur in de zorgsector. Jan Huizinga is huisarts in Grootegast en uitgever van de onder huisartsen populaire website Huisarts Vandaag.
De redactie van LIJFMAGAZINE wordt gevormd door een ervaren team van freelance journalisten, die zich in de afgelopen jaren hebben gespecialiseerd in journalistieke producties op het gebied van gezondheidszorg en medisch wetenschappelijk onderzoek. Het redactieteam bestaat uit Pieter van Dam, Corina de Feijter, Jan Huizinga, Pieter van Megchelen, Bernadette Schoemaker en Els van Thiel. De fotografie wordt verzorgd door Hans Oostrum Fotografie, Dirk Ketting, Levien Willemse. De vormgeving en drukwerkbegeleiding is in handen van Kim Brinkkemper, Arjan Versteeg en Bert van der Ryd van Ditems Media in Monnickendam.
|
|
Gaan onze kinderen steeds vroeger puberen.
Is het waar dat de puberteit alsmaar vroeger intreedt? Veel ouders denken dat, maar het klopt niet. Voor meisjes is de gemiddelde leeftijd van de start van de puberteit nog steeds 10,5 jaar en bij jongens staat de teller rotsvast op 11,5. Jongens puberen zelden te vroeg, maar bij meisjes komt dat wel af en toe voor. Meisjes die borsten ontwikkelen vóór hun achtste jaar moeten naar de dokter.
Tegendraads en eigenzinnig. Bij pubers denken we vooral aan kinderen die voortaan zelf willen bepalen wat ze doen, die vinden dat hun ouders zich daar vooral niet mee moeten bemoeien. Veel ouders denken dat kinderen eerder gaan puberen dan vroeger. Maar klopt dat eigenlijk wel?
Kinderarts Dick Mul, hormoonspecialist (endocrinoloog) en gepromoveerd op het onderwerp vroege puberteit zegt van niet. Hij heeft er geen wetenschappelijke bewijzen voor kunnen vinden: "Puberteit, de overgang van kind naar volwassene, wordt vaak gedefinieerd als gedrag. Veel kinderen kleden en gedragen zich tegenwoordig op jonge leeftijd ouder dan vroeger. Daar steken zij elkaar mee aan, het is groepsgedrag. Dit verklaart waarschijnlijk waarom we denken dat kinderen vroeger in de puberteit komen. Het is beeldvorming. Want de leeftijd waarop het lichamelijke proces van de pubertijd start, is al heel lang stabiel. Bij meisjes begint de puberteit gemiddeld als ze 10,5 jaar zijn. Bij jongens op hun 11,5e jaar."
|
| Door de jaren heen zijn meisjes wel vroeger in de puberteit gekomen, maar de leeftijd daalt al lange tijd nauwelijks meer. Sinds 1955 doet het Nederlands onderzoekinstituut TNO landelijke groeistudies. Bij meisjes is gekeken naar de leeftijd van hun eerste ongesteldheid. In 1955 was de gemiddelde leeftijd bij de eerste menstruatie 13,7 jaar. In 1965 werden meisjes gemiddeld voor het eerst ongesteld op 13,5 jarige leeftijd. In 1980 was het gezakt naar 13,3 en in 1997 naar 13,2 jaar. Vorig jaar verscheen de Vijfde Landelijke Groeistudie van TNO. Daaruit bleek dat de gemiddelde leeftijd voor de eerste menstruatie op 13,1 jaar ligt. Bij Turkse en Marokkaanse meisjes was de vervroeging wel iets groter. Zij worden een half jaar eerder ongesteld dan autochtone pubers. Zwaarlijvigheid speelt waarschijnlijk een rol. Allochtone meisjes zijn gemiddeld dikker, en dikke meisjes menstrueren eerder.
|
| Het eerste teken van puberteit bij een meisje is overigens niet de menstruatie, maar de ontwikkeling van borsten. Geleidelijk beginnen die te groeien als een meisje 10,5 jaar is. Snel daarna worden ze langer, komt de groeispurt en krijgt het meisjeslichaam vrouwelijke vormen. Pas 2 tot 2,5 jaar na het begin van de borstontwikkeling (dus tussen hun 13e en 14e jaar) komt de ongesteldheid. Op hun 15e, 16e jaar zijn ze lichamelijk volwassen.
Bij jongens start de puberteit als hun zaadballen groter worden en de balzak wat verkleurt. Hun piemel wordt groter en verandert van vorm. Ze krijgen baardgroei en hun stem wordt lager. Als ze 17, 18 of 19 jaar zijn is hun lichaam uitgegroeid. Het zijn hormonen die het puberproces in gang zetten. De hersenen geven een signaal af aan de hormoonklieren en vervolgens gaan de geslachtsorganen hormonen produceren. Die hormonen zetten de veranderingen in gang.
Vaak wordt gedacht dat haargroei onder de oksels en de eerste schaamharen ook verwijzen naar de start van de puberteit, maar dat is niet zo. Het zijn de bijnieren die het hormoon maken die voor beharing van meisjes en jongens zorgt. In de tijd loopt dat proces parallel aan de puberteit, maar het zijn verschillende "systemen".
|
| Van vroege puberteit is sprake als die bij een meisje begint tussen 8 en 10 jaar en bij een jongen tussen 9 en 11. Het is wat vroeg, maar echt afwijkend is het volgens kinderendocrinoloog Dick Mul niet: het past in de natuurlijke variatie. De ouders die met hun vroege pubers bij hem komen, kan hij meestal al snel geruststellen.
|
| Abnormaal vroeg puberen (pubertas praecox) komt ook voor, voornamelijk bij meisjes. Meisjes die vóór hun 8e jaar borsten ontwikkelen of hun eerste menstruatie krijgen vóór hun 10e jaar zijn te vroeg in de puberteit gekomen. Bij 2,5 procent van alle meisjes komt dat voor.
Dick Mul ziet ze in zijn spreekkamer in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag (onderdeel van het Haga Ziekenhuis). Allereerst beoordeelt de kinderarts hun borstgroei. Is het echte borstontwikkeling, of is het vet? Ook de groei wordt in kaart gebracht om te zien of er een groeispurt is. Vervolgens wordt een foto van de hand van het meisje gemaakt. In botjes van handen zitten namelijk groeischijfjes die open of dicht zijn. Dit wordt geregeld door de hormonen. Als die schijfjes meer gesloten zijn, is er meer effect van de hormonen geweest. Daarna volgt een bloedtest om te bekijken waar de te vroege puberteit vandaan komt. Die moet komen vanuit de hormoonklieren in het hoofd, maar kan ook ontstaan doordat er elders in het lichaam vrouwelijk hormoon wordt aangemaakt.
Als uit deze onderzoeken blijkt dat het een normale maar te vroege puberteit is, krijgen de meisjes een echo van hun baarmoeder en eierstokken, om te kijken of die ontwikkeld zijn. Ook wordt een MRI-scan van hun hoofd gemaakt om uit te sluiten of afwijkingen in het hoofd de puberteit op gang hebben gebracht. Volgens Dick Mul is de kans daarop heel klein.
Na al deze onderzoeken wordt bij de meeste meisjes vastgesteld dat er geen onderliggende aandoening is die hen te vroeg in de puberteit brengt.
|
| En dan komt de vraag: moet je die te vroege puberteit remmen? Dick Mul wijst erop dat het tegenhouden van dit te snelle maar wel natuurlijke proces medisch gezien nooit noodzakelijk is. Ook zonder behandeling kun je verder. De belangrijkste redenen om toch te behandelen zijn de vroege ongesteldheid, die niet elk meisje al aankan. En de lengte: meisjes met pubertas preacox blijven kleiner omdat ze hun groeispurt ook vroeger krijgen.
Na rijp beraad tussen de arts, het meisje en de ouders kan worden besloten om te gaan behandelen. Dat gebeurt met maandelijkse injecties. Dit middel stopt de puberteit op het niveau van dat moment. Het maakt de borstklieren zachter en voorkomt dat meisjes ongesteld worden. Volgens kinderendocrinoloog Dick Mul werkt deze behandeling altijd goed.
|
| Aan de leeftijd van de eerste menstruatie van meisjes kunnen we zien hoe welvarend we zijn geworden. In 1860 zouden vrouwen rond hun 18e jaar voor het eerst zijn gaan menstrueren. Nu ligt de gemiddelde leeftijd van de eerste ongesteldheid op 13 jaar. Door de verbetering van onze sociaal economische omstandigheden zijn we gezonder geworden. Daardoor is die menstruatieleeftijd sterk gedaald.
|
De vele raadsels van ons brein | | |
Ons brein is een belangrijk orgaan. Het regelt onze bewegingen. Het verzamelt en verwerkt informatie over onze omgeving. Maar het is ook raadselachtig. Je kunt er niet bij. Je kunt het niet voelen. Je merkt het eigenlijk pas als er iets mis is. Wat gebeurt er eigenlijk allemaal daarboven?
|
| Onze hersenen wegen ongeveer anderhalf kilo, niet meer dan 2% van ons lichaamsgewicht. Toch gaat 20% van alle zuurstof in ons lichaam naar onze hersenen. Er wordt hard gewerkt in onze bovenkamer. Onze hersenen zorgen bijvoorbeeld dat we rechtop in onze stoel kunnen zitten, een tijdschrift kunnen vasthouden, onze blik op de letters gericht houden en lezen wat er staat. Dankzij onze hersenen kunnen we horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Zonder onze hersenen zouden we geen gevoelens of gedachten hebben. Onze hersenen doen dus wel iets met al die zuurstof en voeding die erheen gaan.
|
| Hersenen hebben voortdurend zuurstof nodig. Problemen met de aanvoer van zuurstof leiden dan ook al gauw tot beschadiging van de hersenen. Dat zie je duidelijk bij een beroerte. Door een probleem met de bloedtoevoer krijgt een deel van het brein geen zuurstof. Er gaan dan hersencellen dood. De patiënt kan overlijden. Ook kan er blijvende uitval zijn. Bewegen, praten, maar ook denken en concentreren kunnen moeilijk worden. Jaarlijks worden meer dan dertigduizend mensen in ons land getroffen door een beroerte. Je hebt twee soorten beroertes: herseninfarcten en hersenbloedingen. Bij een infarct raakt een slagader naar de hersenen verstopt door een bloedpropje. Een deel van de hersenen krijgt dan geen zuurstof. Met medicijnen is dat propje tegenwoordig op te lossen. Daardoor kan de schade worden beperkt. Bij een hersenbloeding barst een slagader. Ook dan krijgt een deel van de hersenen geen zuurstof. In beide gevallen spreekt men van een beroerte. De gevolgen zijn hetzelfde. Dokters hebben het ook wel eens over een 'stroke', dat is Engels voor beroerte, of over een CVA. Die afkorting staat voor cerebrovasculair accident en betekent letterlijk: een ongeluk in de bloedvaten in de hersenen.
|
| Onze hersenen maken deel uit van ons zenuwstelsel. Zenuwen zorgen in ons hele lichaam voor het transport van informatie. Het zijn als het ware de glasvezelkabels van ons lijf. Hersenen en ruggenmerg verwerken al die informatie. Samen heten zij het centrale zenuwstelsel. Het ruggenmerg zit in de ruggenwervels, de hersenen in de schedel. Het centrale zenuwstelsel is dus goed beschermd door bot. Het centrale zenuwstelsel is een soort computer die informatie verzamelt en allerlei processen in het lichaam bestuurt. Voortdurend gaan er stromen informatie van en naar onze hersenen. Gelukkig hoeven we niet al die signalen bewust te ervaren. We kunnen het aan onze hersenen overlaten dat ons lichaam goed werkt. Omgekeerd moet ons lichaam ook zorgen dat onze hersenen blijven werken. Daarvoor is veel zuurstof nodig. En veel brandstof. Dat wordt aangevoerd via het bloed. Er gaat dan ook veel bloed vanuit het hart rechtstreeks naar de hersenen. Als de bloedtoevoer stopt, stoppen de hersenen. Dan verliezen we al binnen enkele seconden het bewustzijn.
|
| Verliefdheid. Bijna iedereen kent het wel. Dat gevoel van vlinders in je buik. Niet helemaal helder kunnen denken. Het voelt enorm goed, maar je houdt het geen jaren vol. Dat gevoel. Ook wetenschappers zijn er nieuwsgierig naar. Op verschillende manieren hebben ze onderzocht wat er gebeurt als je verliefd wordt. Je kunt je wel afvragen hoe ze dat onderzoek precies gedaan hebben. Want wie echt verliefd is, gaat natuurlijk niet in een laboratorium zitten. Maar goed, uit onderzoek blijkt dat verliefd worden heel snel kan gaan. In een vijfde van een seconde. Er blijken allerlei chemische stoffen in je hersenen vrij te komen. Sommige daarvan lijken op drugs als cocaïne. Vanuit de hersenen gaan signalen naar je hart. Dat gaat sneller kloppen. Sommige van die signalen voel je vooral rond je maag. Vlinders in je buik dus. Wetenschappelijk verantwoord
|
| De ontwikkeling van onze hersenen begint al in de baarmoeder. In het begin lijkt een mensenkind nog sterk op andere zoogdieren. Maar al snel beginnen onze hersenen harder te groeien dan die van andere dieren. En dat gaat door tot lang na de geboorte. De eerste twintig jaar van ons leven zijn onze hersenen nog 'in de groei'. Zij groeien van ongeveer 400 gram tot de anderhalve kilo van een volwassene. En dat is maar goed ook. Het hoofd van een volwassene is immers te groot om geboren te worden. Bevallingen zijn nu al zwaar genoeg. Een pasgeboren kind is aangewezen op reflexen. Dat zijn geprogrammeerde bewegingen. De zuigreflex zorgt dat het kind direct na de geboorte al kan drinken. De grijpreflex zorgt ervoor dat een kind iets heel stevig kan vastpakken. Maar voor de rest is het kind volledig afhankelijk van de ouders. Langzamerhand gaat het de omgeving herkennen. Na een week of zes reageert de baby op een bekend gezicht. Met een paar maanden kun je al kiekeboe spelletjes doen. Daarna gaat het hard. Het kind krijgt steeds meer controle over het eigen lichaam. Door te spelen leert het ook de omgeving kennen. 'Met de handjes kijken' is daarbij heel belangrijk.
|
Kinderen die beperkt zijn in beweging | | | Kinderen die beperkt zijn in beweging, ontwikkelen ook minder ruimtelijk inzicht. Mensenkinderen leren ook al vroeg met andere mensen om te gaan. Die eerste schattige glimlach is het begin. Al snel leert het kind reacties uit te lokken. Van ouders, van andere kinderen. En dat gaat nog makkelijker als je kunt praten. Dat begint meestal al voor de eerste verjaardag. In het tweede levensjaar komt de taalontwikkeling goed op gang. Meisjes zijn daarin vaak wat sneller dan jongens. En uiteindelijk kunnen de meeste kinderen zich met vier jaar prima redden op de kleuterschool. De ontwikkeling van de hersenen is dan nog lang niet klaar. Je kunt dat bijvoorbeeld zien met een heel simpele test. Een volwassene kan gemakkelijk met zijn handen een snelle afwisselende draaibeweging maken. Alsof je een schroef er snel in en uit draait. Een kleuter kan dat nog lang niet zo snel. Volgens neurologen betekent dit dat de kleine hersenen nog in ontwikkeling zijn. Dat onze hersenen zo lang in ontwikkeling zijn, heeft grote gevolgen. Het betekent dat mensenkinderen lang kwetsbaar zijn. Een pasgeboren veulen kan na een paar uur al meedraven met de kudde. Een mensenkind gaat pas na ongeveer een jaar lopen.
|
| We zijn bij bewustzijn wanneer de hersenen als geheel goed functioneren. Vooral de hersenschors is daarbij belangrijk. De mate van bewustzijn wordt ook bepaald door een systeem diep in de hersenstam (zie afbeelding). Wanneer iemand buiten bewustzijn is, is er in een van deze gebieden iets niet in orde. Dat kan komen door vergiftiging, beschadiging of door een ontregeling van de stofwisseling. Dat laatste komt het meeste voor, bij ziekten als suikerziekte. Beschadiging kan ontstaan door een ongeval, een hersentumor, een infectie of een beroerte. Coma is een diepe toestand van bewustzijnsverlies als gevolg van een hersenbeschadiging. Artsen kunnen vaststellen hoe diep het coma is door te kijken of iemand reageert op bijvoorbeeld pijnprikkels. Hoe het verder gaat met de patiënt, hangt erg af van de oorzaak van het coma. Als er duurzame schade aan de hersenen is, is herstel moeilijk. Een echt coma duurt meestal enkele weken. Daarna komt de patiënt bij of overlijdt. Sommige patiënten blijven in een toestand die sterk lijkt op een coma, de vegetatieve staat. Ze hebben overdag hun ogen open, maar reageren niet op de omgeving. Hoogstwaarschijnlijk hebben zij vrijwel geen bewustzijn. Maar er zijn ook toestanden die op een coma lijken, waarbij de patiënt wel bewustzijn heeft. Na een bepaald soort beroerte kan iemand bijvoorbeeld een locked in syndrome hebben. Hij kan zich dan vrijwel niet bewegen, maar is wel bij bewustzijn. De film 'The bell and the butterfly' gaat over een patiënt met locked in die een boek geschreven heeft door te communiceren met oogbewegingen. Bij andere toestanden, zoals minimally conscious state is er in wisselende mate wel bewustzijn. De laatste jaren is er meer aandacht voor dergelijke bewustzijnstoestanden. Er zijn mensen die na lange tijd ontwaken uit zo'n vegetatieve of minimaal bewuste toestand. Helaas is dit zeldzaam. In de meeste gevallen is het bewuste leven van deze patiënten voorbij.
|
|
Zuinig zijn op de verpakking
Onze huid wordt
voortdurend vernieuwd
Onze huid is van levensbelang. Zij beschermt ons tegen invloeden van buitenaf. Bacteriën, chemische stoffen, droogte, hitte en kou worden door je huid tegengehouden. We maken contact met de wereld via onze huid. We voelen de dingen die we aanraken en de temperatuur om ons heen. Wat we zien van elkaar is de huid. Goed voor je huid zorgen is dus goed voor je. Maar wat is huid eigenlijk?
|
De huid is het grootste orgaan | | | volwassen persoon heeft de huid een oppervlakte van bijna twee vierkante meter en weegt het 2,5 kilogram. Meer dus dan je lever of je hersenen of je hart. Een gezonde huid is belangrijk voor je gezondheid en natuurlijk ook om er goed uit te zien. Een goede huidverzorging is dan ook belangrijk, zeker als we ouder worden. De huid moet gevoed worden. Van binnenuit, door gezond te eten en voldoende vocht te drinken. En soms is wat hulp van buitenaf nodig. De drogist heeft niet voor niets een ruime keuze aan huidverzorgende producten.
'Verpakking' vernieuwt zichzelf
De huid zelf bestaat uit opperhuid en lederhuid met daaronder het onderhuidse vet. Wat we zien aan de buitenkant is de opperhuid. Die bestaat grotendeels uit dode huidcellen. Aan de buitenkant worden ze bij het douchen weggewassen. De opperhuid is dus grotendeels 'verpakking'. Die wordt voortdurend van binnenuit vernieuwd. De onderste laag van de opperhuid bestaat namelijk uit levende cellen die telkens weer delen. In veertien dagen tijd belanden deze cellen aan het oppervlak. Daar blijven ze nog eens twee weken voordat ze dood gaan en weggewassen worden. Zo is de huid eigenlijk voortdurend in beweging. De levende cellen onderin de opperhuid krijgen hun voeding vooral van onderaf, vanuit de lederhuid. Daar zitten bloedvaatjes die zuurstof en voedingsstoffen aanvoeren. In de lederhuid zitten ook de zweetkliertjes, talgkliertjes en de haarwortels. Talgklieren produceren een soort vet dat de huid soepel houdt. In de haarwortels groeiende kleine haartjes die bijna onze hele huid bedekken. En natuurlijk ook de langere haren op ons hoofd. In de lederhuid zitten ook de zenuwen waarmee we kunnen voelen en temperatuur waarnemen.
|
| In de onderste laag van de opperhuid, waar de levende cellen zitten, komen ook de pigmentcellen voor. Zij maken het pigment melanine. Dat geeft de huid een bruine kleur, bijvoorbeeld na het zonnebaden. Het pigment beschermt ons tegen zonlicht. De meeste mensen die in zonnige gebieden wonen, hebben een donkere huid. De huid heeft dan van nature veel meer pigment. De mensheid is ontstaan in Afrika. Dus hoe u er nu ook uit ziet, uw voorouders waren vrijwel zeker zwart. Hoe is dan die witte kleur ontstaan? Hoogstwaarschijnlijk komt dat doordat zonlicht ook nuttig kan zijn. Dankzij de zon maakt onze huid namelijk vitamine D. Dat is onder andere nodig voor gezonde botten. Het pigment houdt het zonlicht tegen. Daardoor maakt de huid minder vitamine D. Toen de donkere mensen in deze koude streken gingen wonen, kwamen ze vitamine D tekort. Ze kregen slechtere botten en een nauw bekken. Dat is gevaarlijk bij een bevalling. Wie een wat blekere huid had, kon makkelijker kinderen krijgen. En zo hebben in Europa de 'bleekgezichten' de overhand gekregen. In deze tijd kunnen we vitamine D bij de drogist kopen. Voor mensen met een donkere huid is dat dus ook echt nodig, vooral in de winter. Ook mensen die weinig buiten komen of die hun hele huid bedekken, hebben extra vitamine D nodig. Veel ouderen hebben bijvoorbeeld een tekort aan vitamine D.
|
Een van de belangrijkste functies | | | Een van de belangrijkste functies van de huid is het buiten houden van ongewenste indringers. Bacteriën bijvoorbeeld. De opperhuid zorgt dat ze niet in ons lichaam komen. Het huidvet is een beetje zuur. Dat vinden de meeste bacteriën niet fijn. Toch wonen er nog veel bacteriën op onze huid. Gemiddeld maar liefst acht miljoen per vierkante centimeter. In ons gezicht kunnen er zelfs tachtig miljoen op een vierkante centimeter zitten. Dat lijkt heel veel, maar alle bacteriën op onze huid bij elkaar zijn niet groter dan een erwt.
Zolang de huid intact blijft, kunnen al die bacteriën rustig blijven zitten. De meeste zijn onschuldig. Ze houden zelfs de schadelijke bacteriën op een afstandje. Maar bij een verwonding moet de huid goed gereinigd worden. Want we willen die onzichtbare 'lifters' die op onze huid wonen niet in ons bloed.
|
| Tatoeëren is een oeroud gebruik. Hoog in de Alpen is een paar jaar geleden een bevroren lijk gevonden dat 5.300 jaar oud was. Deze 'ijsman' had meer dan 50 tatoeages op zijn lichaam. Sommige waren waarschijnlijk bedoeld om pijnklachten te verminderen. Ook bij andere volkeren komen tatoeages voor. Het woord 'tattoo' komt uit de Stille Zuidzee. Daar zagen Europeanen voor het eerst mensen die hun huid zo versierden.
Bij een tatoeage wordt kleurstof onder de opperhuid aangebracht, in de lederhuid dus. Vroeger werd dat met de hand gedaan, met een naald. Dat was een langdurig en pijnlijk karwei. Tegenwoordig zijn er machines voor. Die prikken de naaldjes met kleurstoffen honderd keer per seconde de huid in. De kleurstof wordt heel precies aangebracht. De moderne tatoeage-artiest heeft een ruime keuze aan kleurstoffen. Zo kunnen echte kunstwerken in de huid worden gemaakt. Tatoeëren wordt dan ook steeds meer gedaan. Was het vroeger iets van zeelieden of verre volkeren, tegenwoordig komt het in de beste families voor. Natuurlijk is het wel belangrijk om goed na te denken voordat je een tattoo laat zetten. Het is immers moeilijk om hem ooit weer weg te halen. Ook moet je goed opletten of de studio die de tatoeages aanbrengt wel hygiënisch werkt. Ziekten als aids en hepatitis (leverontsteking) kunnen via de naaldjes worden overgebracht. Maar als je wilt, kun je zo een echt 'levend kunstwerk' worden.
|
| Wanneer de huid beschadigd raakt, moet er gauw wat gebeuren. Allereerst gaat er een signaal naar de hersenen: Au! Er gaat wat kapot! Het bloed stroomt naar buiten en spoelt de bacteriën mee. Witte bloedcellen uit het bloed gaan bovendien de strijd aan met bacteriën. Daarna gaat het bloed stollen. Het vormt een elastische prop die de wond afsluit. Vervolgens begint onder de oppervlakte het herstel. Tenminste, als er niet teveel bacteriën in de wond zijn gekomen. Anders is er eerst nog een gevecht met de witte bloedcellen nodig om een ontsteking tegen te gaan.
Als de wond niet te groot is, kan de opperhuid helemaal hersteld worden. De onderste laag van de opperhuid gaat wat harder delen. Zo wordt het gat gedicht. Maar als de wond wat groter is, gaat dat niet snel genoeg. Het lichaam neemt dan noodmaatregelen. In plaats van huidcellen komt het manusje-van-alles, de bindweefselcel, in actie. Bindweefselcellen produceren harde wittige vezels die gaan samentrekken en het gat dicht maken. Zo klaren ze de klus, het gat gaat dicht. Maar het ziet er wat minder mooi uit. Wat overblijft is een wat hardere, vaak lichtere plek: een litteken. Bij een grote wond kan de dokter met hechtingen de schade beperken. De randen van de wond worden zo dicht mogelijk tegen elkaar aangelegd. De hechtingen houden de boel op zijn plaats. De cellen van de opperhuid zorgen voor het herstel. Het litteken achteraf is veel smaller en mooier. Bovendien is de kans op ontstekingen kleiner.
|
| Wanneer het warm is, gaan de bloedvaten in de lederhuid wijd openstaan. Dat zie je: iemand wordt rood. Het bloed komt dicht aan de oppervlakte. Zo kan het makkelijk warmte afgeven aan de omgeving. Om nog meer warmte kwijt te raken, gaan de zweetkliertjes zweet maken. Dat verdampt en geeft zo verkoeling. Zweet is vooral zout water. Er zitten ook ontsmettende stoffen in.
De zweetkliertjes werken altijd. Maar in rust produceren ze op een (winter)dag niet meer dan een kopje zweet. Als het echt heet is kan een mens in een dag wel een paar liter zweet kwijt raken. Dan moet je echt veel drinken om niet uit te drogen.
Gewoon zweet is reukloos. De zweetlucht die we allemaal kennen komt van speciale zweetkliertjes. Die zitten onder de oksels, rond de tepels en rond de anus. Zij produceren een olieachtig zweet. Dat wordt door bacteriën op de huid omgezet in stoffen die we kunnen ruiken. Die geur kan soms seksuele gevoelens oproepen. Maar meestal is het vooral vervelend en zijn we blij dat er deodorant bestaat. Deodorant bevat vaak stoffen die zweten tegengaan. Ook zitten er stoffen in die de bacteriën aanpakken die verantwoordelijk zijn voor de zweetgeur. En de meeste deodorants hebben een krachtig parfum dat de zweetgeur moet overstemmen
|
| Omdat onze huid zo zichtbaar is, vallen kleine onregelmatigheden snel op. Sproeten en moedervlekken zijn als je goed kijkt bij iedereen wel te zien. Wat zijn die kleurige vlekken? Sproeten zijn gewoon maar klontjes van het pigment dat ons bruin maakt. Dat pigment is nu eenmaal niet altijd regelmatig verdeeld. Iedereen heeft sproeten, de een veel meer dan de ander. Door de zon krijg je meer pigment. Daardoor kun je de sproeten beter zien. Daarom heten ze ook wel zomersproeten. Vooral roodharige mensen hebben ze vaak. Sproeten gelden als één van de zeven schoonheden – maar overtuig je dochter daar maar eens van als ze vindt dat ze te veel sproeten heeft...
Of je sproeten nu leuk vindt of niet, ze zijn onschuldig. Dat geldt niet altijd voor moedervlekken. Dat zijn ophopingen van pigmentcellen. Vaak heb je ze al vanaf je geboorte. Daarom heten ze moedervlekken. De meeste zijn ook onschuldig, net als sproeten. Maar een moedervlek kan soms gaan veranderen. Hij wordt dan groter of grilliger. Soms gaat de moedervlek bloeden. Veranderingen aan een moedervlek zijn altijd een teken van gevaar. Het is dan verstandig om binnen een week naar de huisarts te gaan. Veranderende moedervlekken kunnen het begin zijn van de gevaarlijkste vorm van huidkanker. Die heet melanoom. Het is een kanker van de pigmentcellen. Als je op tijd bent, kun je bijna altijd genezen. Maar als het melanoom doorgroeit, wordt het levensgevaarlijk.
|
| De huid kan heel wat hebben, maar moet ook wel beschermd worden. Tegen schade van binnenuit bijvoorbeeld. Roken veroudert je huid. Giftige stoffen uit de rook bereiken via de bloedvaatjes de lederhuid. Daar helpt geen crème tegen, dat is gewoon een kwestie van stoppen.
Het grootste gevaar van buitenaf komt van de zon. De ultraviolette straling uit de zon beschadigt de huidcellen. Dat geeft zonnebrand. De huid veroudert er ook sneller door. Bovendien kan zonlicht huidkanker veroorzaken. Kinderen die vaak verbranden, hebben later in hun leven meer kans op het gevaarlijke melanoom.
Een beetje zonlicht is fijn, je wordt er lekker bruin van en je maakt er vitamine D door. Maar als je echt wilt genieten van de zon, zorg je voor een crème met een goede UV-filter. UV staat voor ultraviolet. Dat is zonlicht dat we niet zien, maar dat juist veel energie bevat. Hoe bleker je huid, des te krachtiger is het UV-filter dat je nodig hebt. Als de zon heel krachtig is, kun je maar beter helemaal uit de zon blijven of je huid bedekken. Kijk maar eens naar de huid die bijna nooit zon krijgt. Die blijft jonger en frisser dan huid die steeds verbrandt. Zonnebaden lijkt fijn, maar soms is de schaduw dus je beste vriend.
|
| de dermatoloog en de huidtherapeut
Er zijn duizenden verschillende ziekten van de huid. Sommigen zijn onschuldig, andere kunnen dodelijk zijn. Maar een aandoening van de huid is eigenlijk altijd hinderlijk. Er is vaak jeuk of pijn en de huid is zichtbaar veranderd. Gelukkig is er vaak wel wat aan te doen. De medisch specialist die zich bezighoudt met huidziekten is de dermatoloog. Hij of zij zal om te beginnen goed kijken. Aan de buitenkant is immers het meeste wel te zien. Eventueel is soms nog bloedonderzoek nodig. Sommige afwijkingen aan de huid wijzen op ziekten die ook in de rest van het lichaam zitten. De dermatoloog werkt dan nauw samen met andere specialisten, zoals de internist of de reumatoloog.
Huidziekten kunnen worden behandeld met geneesmiddelen. Dat kan een geneesmiddel zijn dat je moet innemen of een middel dat je op de huid moet aanbrengen (een zalf of crème). Bij sommige huidziekten, bijvoorbeeld kanker, is een chirurgische behandeling nodig. Laser- of lichtbehandelingen worden ook steeds vaker toegepast.
Een huidtherapeut behandelt ook huidproblemen. Huidtherapeuten zijn paramedici. Zij zijn gespecialiseerd in het behandelen van huidproblemen zoals overbeharing en acne. Ook voor het camoufleren van vlekken of littekens kun je bij hen terecht.
|
|
Alleen glutenvrij dieet kan klachten verhelpen
Coeliakie is de meest onbekende volksziekte
Eindelijk wordt Marieke Mol's ochtends vol energie wakker. Eindelijk heeft ze weer zin om iets te ondernemen in plaats van thuis te blijven. En eindelijk is ze verlost van haar darmproblemen. Hoe dat komt? Marieke kwam erachter dat ze coeliakie heeft en stapte daarna over op een glutenvrij dieet.
|
| Een bleek gezicht, een vermoeid gevoel en diarree of juist verstopping. Op een gegeven moment - ze was inmiddels al ouder dan veertig jaar - kon Marieke Mol zich niet herinneren wanneer ze er geen last van had. "Als meisje kampte ik al met al die ongemakken. Ik kon echt jaloers zijn op kinderen die vol energie zaten. Zelf moest ik bijvoorbeeld vaak ijzerpillen slikken om me wat sterker te voelen." Op haar 41e besloot ze naar de huisarts te stappen om een bloedtest te doen. Had ze misschien net als haar vader coeliakie (spreek uit: seu-lia-kie)? "Het bleek dat mijn lichaam inderdaad antistoffen aanmaakte tegen bepaalde delen van gluten. Dat is een eiwit dat onder meer in tarwe, rogge en gerst zit. Je krijgt het binnen als je bijvoorbeeld brood of pasta eet of een biertje drinkt. Het gevolg: schade aan je dunne darm. Je moet je voorstellen: de dunne darm hoort een enorme oppervlakte te hebben om alle voedingsstoffen op te nemen in je lichaam. Maar sommige coeliakie patiënten hebben op een gegeven moment nog slechts een tafelblad in plaats van een voetbalveld. Je kan dan bijvoorbeeld bloedarmoede krijgen en voelt je vaak niet fit."
|
Gluten de grote boosdoeners | | | Buikpijn, vermoeidheid, diarree, verstopping en ijzertekort. Stuk voor stuk kunnen deze ongemakken het gevolg zijn van wat wel de onbekendste volksziekte van ons land wordt genoemd.
Coeliakie komt naar schatting voor bij 160.000 Nederlanders, maar slecht 25.000 van hen weten dat. Dat heeft onder meer te maken met hun klachten: buikpijn en vermoeidheid bijvoorbeeld zijn als ongerief zo algemeen, dat aan vele oorzaken kan worden gedacht. Stress of allergie bijvoorbeeld. Bij kinderen leidt coeliakie soms tot groeiachterstand, óók al zo'n verschijnsel dat in verband kan worden gebracht met een scala aan boosdoeners.
In dit geval is gluten de aanstichter. Dat is een eiwit in tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut. Sommige mensen hebben, zoals dat heet, een intolerantie voor gluten. Dat veroorzaakt coeliakie. Zij ondervinden last van bijvoorbeeld een bruine boterham met kaas, een bordje pasta of een schnitzel of visstick met een gepaneerd laagje eromheen dat is gemaakt van tarwe. Snoep, koekjes, een croissantje, een ijsje, een biertje of een kroket leiden ook tot klachten. In al deze voeding zitten gluten.
Coeliakie kan veel schade toebrengen als de ziekte niet wordt ontdekt. Patiënten die regelmatig met gluten in aanraking komen, lopen het risico dat hun darmvlokken kapotgaan. De darmwand raakt ernstig beschadigd, zodat het lichaam voedingsstoffen niet meer goed kan opnemen.
De oplossing? Coeliakie is niet te genezen. Gelukkig is de ziekte relatief eenvoudig te behandelen. Niet met medicijnen, maar via een glutenvrij dieet. Voor de meeste mensen levert dat veel gezondheidswinst op. Ze zijn niet meer zo vaak moe en hebben geen buikklachten meer.
Nuttig om te weten: niet alleen mensen met coeliakie kunnen gebaat zijn bij een glutenvrij dieet. Anderen doen er ook hun voordeel mee. Denk aan mensen met de ziekte van Dühring: een huiduitslag in de vorm van blaasjes die erg jeuken.
Coeliakie is een auto-immuunziekte. Daarbij keert het lichaam zich tegen zichzelf. Vier op de tien Nederlanders hebben het gen (HLADQ2) dat coeliakie kan veroorzaken. Onderzoek moet uitwijzen welke bijkomende factoren ertoe leiden dat de ziekte zich daadwerkelijk bij iemand ontwikkelt.
|
| De definitieve diagnose wordt gesteld door een maag-, darm- en leverarts. Die haalt een stukje weefsel uit de dunne darm en bekijkt hoe groot de schade is. Marieke liet het ook doen en wist het toen helemaal zeker: ze heeft coeliakie. Hetzelfde geldt voor haar dochter Charlotte (17). Drie jaar geleden begonnen haar vage klachten ook steeds meer op coeliakie te lijken. Ze voelt zich nu goed dankzij haar glutenvrije dieet. Marieke: "Na de diagnose ben ik door twee fases gegaan. Eerst was ik boos en verdrietig en ging ik me erop focussen gluten in mijn eten te vermijden. Daarna ben ik langzamerhand op zoek gegaan naar vervangers van gluten. Dan kom je er pas achter hoeveel producten met tarwe, rogge, gerst en spelt wij eten. Dat is in de laatste honderd jaar enorm toegenomen. Sommige mensen reageren daar niet goed op. Ik neem nu bijvoorbeeld glutenvrije pasta. En in plaats van normaal brood eet ik glutenvrij brood en of crackers." Hoe het ook zij, Marieke had de gluten nog maar twee of drie weken in de ban gedaan, of ze begon zich al beter te voelen. "Ik was fitter wanneer ik wakker werd. Ik hoefde ook niet meer zo vroeg naar bed. Ik had een normale stoelgang. Ik kreeg zin om vaker de deur uit te gaan."
Bewegen met Fysiotherapie
|
| Marieke, 47 jaar inmiddels, gebruikt haar toegenomen energie onder meer om als vrijwilliger het voorzitterschap te bekleden van de Nederlandse Coeliakie Vereniging. "Wat het vervelendste van deze ziekte is? Laat ik vooropstellen: ik ben niet zielig. Maar soms vind ik het wel lastig om voor de zoveelste keer aan iemand uit te leggen waarom ik bepaalde dingen niet mag eten. Dan belt iemand bijvoorbeeld met de beste bedoelingen op. Je komt dit weekend naar mijn verjaardag, waarmee moet ik rekening houden als ik eten ga kopen voor jou? Ik mag bijvoorbeeld geen taart en ook geen bitterballen, want daar zit een paneerlaagje omheen. Maar beter iets uitleggen aan iemand met goede bedoelingen dan op onbegrip stuiten. Soms hoor ik: Je kunt toch wel voor één keer een uitzondering maken en een koekje nemen? Zo'n persoon weet niet hoeveel last ik krijg als ik overstag ga. Vlak voordat ik aan mijn glutenvrije dieet begon, heb ik nog één keer een heerlijke pizza gegeten. De hele nacht heb ik daarna met darmpijn op de wc doorgebracht."
|
| Wie zijn de 160.000 Nederlanders die coeliakie hebben maar bij wie de ziekte niet is vastgesteld? Wie horen bij de grote groep die na een diagnose kan overgaan op een glutenvrij dieet dat leidt tot een aangenamer leven?
Deze zoektocht is een belangrijke taak van de Nederlandse Coeliakie Vereniging. De NCV richt zich ook op voorlichting, lotgenotencontact, belangenbehartiging en stimulering van wetenschappelijk onderzoek. Weten of u klachten heeft die reden zijn eens met uw huisarts te bespreken of u mogelijk coeliakie heeft? Op de website van de NCV en het Nederlands Huisartsen Genootschap, de wetenschappelijke vereniging van huisartsen, vindt u uitgebreide informatie over coeliakie:
NCV: www.glutenvrij.nl
NHG:
nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_voorlichting/NHGPatientenbrieven/NHGPatientenbrief/Coeliakie-1.htm
nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_voorlichting/NHGPatientenbrieven/NHGPatientenbrief/PBD9f.htm
|
Ouder worden met minder kwalen | | |
Onderzoekers van de Amerikaanse Mayo Clinic hebben een methode gevonden om de veroudering van cellen te vertragen.
Hun onderzoek concentreerde zich op de zogenaamde 'senescent cellen'. Dat zijn cellen die stoppen met delen. Ons afweersysteem verwijdert deze cellen meestal, maar in de loop der jaren hopen ze zich op. Bij heel oude mensen bestaat het lichaam voor zo'n tien procent uit deze cellen.
De onderzoekers ontdekten medicatie waarmee je bij muizen alle 'senescent cellen' kunt vernietigen. De muizen waren genetisch gemanipuleerd waardoor ze de organen van een tachtigjarige hadden. Na het toedienen van de medicatie vertraagde hun veroudering aanzienlijk. Het lukte om het ontstaan van ouderdomsverschijnselen zoals rimpels, staar en krachtverlies in de spieren te vertragen en zelfs uit te wissen. De behandeling zorgde er niet voor dat de muizen langer leefden, maar ze werden wel ouder met minder kwalen.
|
|
Eetproblemen zijn niet gemakkelijk op te sporen
Wanneer eten een obsessie wordt
|
Wanneer eten een obsessie wordt | | | Eten is veel meer dan je knorrende maag vullen. Voor de meeste mensen betekent het ook gezelligheid, genieten, met familie bijeen zijn en vrienden ontmoeten. Voor mensen met eetproblemen geldt dat niet. Integendeel: eten is voor hen omgeven met schuld en schaamte en maaltijden leiden tot spanning en angst. Mensen met eetproblemen zijn zo sterk bezig met eten en met hun gewicht dat het een obsessie geworden is. Wat zijn eetproblemen? Hoe zijn ze te herkennen? En wat te doen bij het vermoeden van een eetprobleem?
Eetproblemen zijn niet gemakkelijk op te sporen. Mensen met eetproblemen schamen zich en praten er niet over. Ze voelen zich dikwijls onzeker, somber en minderwaardig. Vaak zijn ze ontevreden over hun uiterlijk. Eetproblemen doen zich voor in allerlei verschijningsvormen, maar één kenmerk hebben mensen die eraan lijden gemeen: ze zijn erg veel bezig met eten en gewicht. Het denken aan calorieën en afvallen beheerst hun leven. De weegschaal bepaalt hoe ze zich voelen.
Een eetprobleem ontwikkelt zich geleidelijk. Angst om dik te worden kan een drijfveer zijn. Sommige patiënten wisselen het lijnen af met eetbuien. Of proberen wanhopig hun gewicht onder controle te houden door buitensporig veel te bewegen, over te geven of laxeerpillen te slikken. Deskundigen spreken over verschillende fasen: het begint met verstoord eetgedrag, dat kan uitmonden in een eetprobleem en dat kan vervolgens een eetstoornis worden.
De meest voorkomende eetproblemen zijn anorexia nervosa en boulimia nervosa. Minder bekend is de eetbuistoornis (binge eating disorder). Te zwaar zijn - obesitas - is op zich geen eetprobleem, al is er op dit punt enige strijd tussen deskundigen. Zwaarlijvigheid kan wel het gevolg zijn van een eetprobleem.
|
Eetproblemen zijn niet gemakkelijk op te sporen | | | Mensen met eetproblemen schamen zich en praten er niet over. Ze voelen zich dikwijls onzeker, somber en minderwaardig. Vaak zijn ze ontevreden over hun uiterlijk. Eetproblemen doen zich voor in allerlei verschijningsvormen, maar één kenmerk hebben mensen die eraan lijden gemeen: ze zijn erg veel bezig met eten en gewicht. Het denken aan calorieën en afvallen beheerst hun leven. De weegschaal bepaalt hoe ze zich voelen.
Een eetprobleem ontwikkelt zich geleidelijk. Angst om dik te worden kan een drijfveer zijn. Sommige patiënten wisselen het lijnen af met eetbuien. Of proberen wanhopig hun gewicht onder controle te houden door buitensporig veel te bewegen, over te geven of laxeerpillen te slikken. Deskundigen spreken over verschillende fasen: het begint met verstoord eetgedrag, dat kan uitmonden in een eetprobleem en dat kan vervolgens een eetstoornis worden.
De meest voorkomende eetproblemen zijn anorexia nervosa en boulimia nervosa. Minder bekend is de eetbuistoornis (binge eating disorder). Te zwaar zijn - obesitas - is op zich geen eetprobleem, al is er op dit punt enige strijd tussen deskundigen. Zwaarlijvigheid kan wel het gevolg zijn van een eetprobleem.
|
| Tatjana van Strien van het Instituut voor Gender Studies van de Radboud Universiteit in Nijmegen doet al jaren onderzoek naar psychologische factoren van lijnen en overeten. Ze maakt zich zorgen over de jonge leeftijd waarop kinderen tegenwoordig met hun gewicht bezig zijn. Ze ziet kinderen van tien die al aan de lijn doen. De ondergrens gaat omlaag, net zoals de beginleeftijd van de puberteit daalt. "Lijnen is beslist geen normaal gedrag voor kinderen."
Van Strien heeft niet het idee dat eetproblemen veel vaker voorkomen dan vroeger. Er is tegenwoordig meer over bekend, hulpverleners zijn er meer op gespitst en de diagnose wordt eerder gesteld. Eetproblemen hebben niet één specifieke oorzaak, het is een samenloop van verschillende omstandigheden. Erfelijkheid kan een rol spelen, evenals omstandigheden in het ouderlijk gezin. Mensen met eetproblemen vinden de mening van anderen vaak erg belangrijk. Onzekerheid, maar ook perfectionisme, hoge eisen stellen aan jezelf, zijn risicofactoren. En vlak het huidige slankheidsideaal niet uit. Bovendien is onze moderne samenleving zo ingericht dat overal de hele dag door voedsel voorhanden is, wat eetproblemen in de hand kan werken.
|
| Ik eet als niemand het weet, over boulimia nervosa en wat je eraan kunt doen van Jaap Spaans. Veel praktische tips en oefeningen.
__________________________________________________________________________________________
Help! Ik ben veel te dik van Marie-Claire Thijsen. De ervaring van een moeder.
_________________________________________________________________________________________
Tranen voor brood, anorexia nervosa van Jan Niemeijer. Roman over een vader die zijn dochter probeert te begrijpen.
__________________________________________________________________________________________
Slank, slanker, slankst – over anorexia nervosa en wat je eraan kunt doen van Jaap Spaans. Over de persoonlijke betekenis die de ziekte kan hebben voor iemand.
_________________________________________________________________________________________
Uit de ban van eetbuien – een weg naar balans in je leven van Joanna Kortink. Tips en stap-voor-staprichtlijnen om een gelukkige eter te worden.
__________________________________________________________________________________________
Uit de hel van anorexia van Martine de Vries. Ervaringsverhaal van een meisje dat genas met veel steun van haar omgeving.
|
| Ongeveer de helft van alle tienermeisjes en jonge vrouwen doet aan de lijn. Een klein deel - één op de honderd - gaat dóór, kan niet stoppen. Ze zijn te graag te dun. Mensen met anorexia nervosa hebben een verstoord lichaamsbeeld: al zijn ze broodmager, ze blijven zich dik voelen. Vaak stopt de menstruatie. Naar schatting hebben zo'n 6.000 mensen in Nederland anorexia, veel meer meisjes dan jongens. Het is een ernstige ziekte die jaren kan duren. Ongeveer 45 procent geneest volledig, 35 procent gedeeltelijk en 20 procent wordt niet beter. Het is de eetstoornis met het hoogste sterfterisico: vijf tot tien procent van de patiënten overlijdt eraan.
|
| Het belangrijkste kenmerk van boulimia nervosa, meestal kortweg boulimia of boulemie genoemd, zijn eetbuien, waarbij grote hoeveelheden voedsel verorberd worden. Tijdens zo'n eetbui hebben mensen het gevoel dat ze de controle over hun gedrag helemaal kwijt zijn, ze kunnen er niet mee stoppen. Ze genieten er niet van, want ze proeven eigenlijk niet wat ze eten. Na afloop overheerst het schuldgevoel. Om niet aan te komen, gaan mensen met boulimia over tot braken, vasten, extreem veel sporten of ze slikken laxeermiddelen. Vermoedelijk lijden ongeveer 20.000 mensen in Nederland aan boulimia.
|
| Ook mensen met een eetbuistoornis eten grote hoeveelheden in korte tijd, vaak snacks, chocola en ander vet voedsel. Ze doen dat stiekem. Een eetbui kan worden uitgelokt door emoties als woede en verdriet, maar het kan ook een manier zijn om met spanningen om te gaan. Een eetbuistoornis lijkt op boulimia. Het verschil is dat mensen met boulimia zich proberen te ontdoen van het voedsel dat ze naar binnen geschrokt hebben. Mensen met een eetbuistoornis doen dat niet, waardoor ze dik worden of opvallend gaan jojo'en. Deskundigen schatten dat één procent van de Nederlanders een eetbuistoornis heeft.
|
| De omgeving lijdt vaak met de patiënt mee. Ouders, broers, zusters, vriendinnen zien iemand veel afvallen of juist heel dik worden. Ouders missen hun dochter aan tafel of zien met lede ogen toe hoe de maaltijden geregeld uitlopen op een drama. Meisjes raken in een isolement doordat ze niet meer met hun vriendinnen meegaan. En jongens worden voor gek gezet omdat ze niet mee kunnen doen door hun overgewicht.
Als u vermoedt dat iemand in uw omgeving met een eetprobleem worstelt, probeer dan eerst een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van de situatie: is het wat het lijkt? Praat met het meisje of de jongen, vertel wat u is opgevallen, zeg dat u zich zorgen maakt en dat u graag wilt helpen. Controleer het gedrag niet, dat werkt averechts! Ga samen dingen doen die niets met eten te maken hebben, vermijd ook het praten over eten. Besef dat mensen met eetproblemen vaak de kracht missen om er alleen bovenop te komen. En - het belangrijkste advies - ga niet zelf 'redden', maar stimuleer het vragen van professionele hulp. Want eetproblemen zijn beslist geen luxeproblemen van een paar overgevoelige meisjeszielen. De gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied kunnen zeer ingrijpend zijn.
|
| Vermoedt u dat uw kind eetproblemen heeft? Een aantal signalen op een rijtje:
__________________________________________________________________________________________
Vaak geen trek, weinig eten
__________________________________________________________________________________________
Uitsluitend caloriearm voedsel willen
__________________________________________________________________________________________
Stiekem eten weggooien
__________________________________________________________________________________________
Na het eten naar het toilet gaan om over te geven
__________________________________________________________________________________________
Stiekem hamsteren van voedsel en snoep
__________________________________________________________________________________________
Vermijden van situaties waarbij gegeten wordt
__________________________________________________________________________________________
Smoezen en trucs gebruiken om niet te hoeven eten
__________________________________________________________________________________________
Stiekeme eetbuien (lege koelkast of koektrommel)
__________________________________________________________________________________________
Hyperactief gedrag, overmatig sporten
|
| Het behandelaanbod voor eetproblemen is verspreid over heel Nederland. Kijk op (www.eetstoornis.info) van de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen. De website www.proud2bme.nl is gericht op jongeren met eetproblemen en hun ouders. Op www.sabn.nl van de Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa vindt u ook uitvoerige informatie.
|
|
Zo dichtbij en toch zo anders
|
| Antwerpen, wereldstad in zakformaat. De stad van Rubens, Brabo, paling in het groen, gezellige cafeetjes en trendy restaurants. En vlak de Antwerpenaren zelf, de sinÂÂÂjoren, niet uit. Door hun openhartigheid en onbevangenheid voel je je meteen thuis. Voor modeliefhebbers is het een walhalla. Maar er is nog zo veel meer te beleven in Antwerpen.
Natuurlijk is een wandeling door de historische binnenstad een bijzondere belevenis. Loop van de Grote Markt met zijn rijzige gildenhuizen, het stadhuis en de Brabofontein naar de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal aan de Handschoenmarkt. Aan de voet van de kathedraal treden in de zomermaanden veel straatartiesten op. De als kant uitgewerkte toren rijst hoog boven de historische stad uit, vooral in de schemering - bij 'valavond', zoals de Vlamingen zeggen - een betoverend gezicht. Op de Handschoenmarkt zijn gezellige terrassen. Warm aanbevolen zijn hier de garnalenkroketjes. Bestel er een 'bolleke' bij, het bier van De Koninck, de enige brouwerij die in de stad overgebleven is.
Op een steenworp hier vandaan ligt de romantische 16de-eeuwse Vlaeykensgang, een dromerige oase van rust in de drukke binnenstad. Even opletten, want de ingang aan de Oude Koornmarkt 16 loopt u gemakkelijk voorbij. In vroeger tijden woonden hier de armste mensen. Een jonge antiquair kocht het verkrotte complex in de jaren zestig om het liefdevol te restaureren. Nu zijn er restaurants gevestigd. Heel toepasselijk, vlak bij de ingang van de Vlaeykensgang aan de Oude Koornmarkt 18 ligt ook Popoff, waar ze de lekkerste taarten van Antwerpen hebben. Het was ooit een oud melkwinkeltje, nu is het een klein nostalgisch eethuisje. Proef de Tarte Tatin en waan u in het paradijs! Voor niet-zoetekauwen zijn er lekkere pies en quiches.
|
| Ten noorden van het centrum ligt 't Eilandje. Over de Scheldekaaien wandelt u er vanaf het oude centrum in tien minuten naartoe, een leuke wandeling. Vroeger was 't Eilandje een bruisende havenwijk, maar toen de haven zich noordwaarts verplaatste naar ver buiten de stad, raakte het gebied in verval. Met veel geld en creativiteit is het gerevitaliseerd. De weg kwijtraken is uitgesloten: het jongste en grootste museum torent als een baken hoog boven alles uit. Het nieuwe roodbruine Museum aan de Stroom (MAS) ligt tussen het Willemdok en het Bonapartedok. Een bijzonder gebouw op een bijzondere plek, het museum is ontworpen door het Nederlandse bureau Neutelings Riedijk Architecten. Het MAS bundelt op een bijzondere manier de collecties van een aantal musea die gesloten zijn. De kunstwerken zijn per verdieping rond een algemeen thema gegroepeerd: machtsvertoon, wereldstad, wereldhaven en leven en dood. Door de speelsheid van de opstelling en de vele interactieve mogelijkheden is het ook voor kinderen een aantrekkelijke plek.
De wandelboulevard bovenop het museum is gratis toegankelijk en in de zomermaanden geopend tot middernacht. Neem de roltrappen naar het mooiste dakterras van Antwerpen met een weergaloos uitzicht op de stad, de Schelde en de haven. 't Eilandje met zijn industriële decor vormt een mix van vitaliteit en glamour. De oorspronkelijke pakhuizen zijn dure loftappartementen geworden. In het Willemdok liggen grote en kleine jachten. Er zijn volop trendy restaurants en knusse cafeetjes, maar je kunt er ook nog terecht voor scheepsbenodigdheden.
|
| Van de vijf modewijken springt de Nationalestraat en omgeving het meest in het oog. U loopt vanaf de bekende Groenplaats pal het modehart van Antwerpen in. Nog niet zo lang geleden was de Nationalestraat een volkse straat met bakkers, slagers en groentewinkels. Er zijn er nog een paar over, maar de rest heeft plaatsgemaakt voor ontwerpers en winkels die zich als avant-garde profileren. Bezoek vooral het Modepaleis van Dries van Noten, het personeel is aardig ook als je niet de juiste maat of de juiste bankrekening hebt. Het ModeMuseum (MoMu) is hier gevestigd, het Flanders Fashion Instituut en de modeacademie van de Artesius Hogeschool. Fashionista's opgelet: in deze wijk lopen studenten uit alle windstreken rond die de mode verbazingwekkend ver vooruit zijn.
Op loopafstand van het modehart ligt het Zuid. Dit is de buurt van de stijlvolle en hippe restaurants, café's en galeries, designzaken, concept stores én designerkoningin Ann Demeulemeester. Zij heeft haar winkel op de Lodewijk de Waelplaats, tegenover het koninklijk Museum voor Schone Kunsten, dat gesloten is voor renovatie. Moe van het winkelen? Drink een glaasje wijn bij wijnbistro Patine op nummer 1. Patine heeft ook een leuke bed & breakfast.
De Kloosterstraat en omliggende straten zijn gespecialiseerd in vintage. Hier vindt u mode, antiek en bric-à-brac broederlijk naast elkaar. Voor de collectie van de Japanse ontwerper Issey Miyake en de bekende brillen van Theo moet u op de Eiermarkt in het historische centrum zijn. Aan de Hopland en de Meir en omliggende straten zijn vooral Belgische en internationale modemerken te vinden, evenals in de Wilde Zee & Quartier Latin. Van topmode tot chocola, alles is hier stijlvol, luxueus en duur.
Dat het openbaar vervoer in Antwerpen wat ondoorgrondelijk is, hoeft de bezoeker niet te deren. De belangrijkste bezienswaardigheden en de vijf modewijken zijn allemaal gemakkelijk te voet te bereiken en het wemelt van de leuke terrasjes, om even uit te rusten. Bij Antwerpen Toerisme & Congres op de Grote Markt is voor 50 eurocent een handig gidsje te koop om Antwerpen als modestad te verkennen: de Antwerp Fashion Map, inclusief insider shoppingadressen.
Tips
• De Sint-Annatunnel onder de Schelde naar de Linkeroever. De toegang van deze voetgangerstunnel ligt aan de Sint-Jansvliet. Neem de houten roltrappen of de art-deco lift, wandel 572 meter in de witbetegelde tunnel en u wordt beloond met een prachtig zicht op de rede van Antwerpen. Verrukkelijk koel in de zomer!
• Een wandeling langs de Scheldekaaien is als bladeren in een magazine voor hedendaagse architectuur. Veel gebouwen verwijzen naar het maritieme verleden. Bereid u voor op patrijspoorten, scheepsschoorstenen, masten, voorstevens en zelfs vuurtorens. Café-restaurant het Zuiderterras aan de Ernest Van Dijckkaai 37 is een mooi voorbeeld.
• De Cogels-Osylei vlak bij Station Berchem is een curiosum van architectuur van het einde van de 19e eeuw. Wandel, kijk en verbaas u. Neogotiek, romantiek, art nouveau en art deco - het staat onverstoorbaar op een rij.
• Brusselse spruitjes of Turks brood? Oesters met een glas witte wijn of Vlaamse hoppescheuten? Elke zaterdag tot 16.00 uur op de versmarkt op het Theaterplein, een feestelijk en exotisch gebeuren. Op zondag is hier de bekende vogelenmarkt. Hier vindt u alles wat een mens nodig heeft, al is de handel in levende dieren aan banden gelegd. Volkser gaat het toe op de wekelijkse vrijdagmarkt op de - waar anders - Vrijdagmarkt in het historische centrum. Hier worden hele inboedels, tweedehandskleding en allerlei wonderlijke voorwerpen verkocht onder toeziend oog van de heilige Catharina, patroonheilige van de voddenmannen.
|
| • De Sint-Annatunnel onder de Schelde naar de Linkeroever. De toegang van deze voetgangerstunnel ligt aan de Sint-Jansvliet. Neem de houten roltrappen of de art-deco lift, wandel 572 meter in de witbetegelde tunnel en u wordt beloond met een prachtig zicht op de rede van Antwerpen. Verrukkelijk koel in de zomer!
• Een wandeling langs de Scheldekaaien is als bladeren in een magazine voor hedendaagse architectuur. Veel gebouwen verwijzen naar het maritieme verleden. Bereid u voor op patrijspoorten, scheepsschoorstenen, masten, voorstevens en zelfs vuurtorens. Café-restaurant het Zuiderterras aan de Ernest Van Dijckkaai 37 is een mooi voorbeeld.
• De Cogels-Osylei vlak bij Station Berchem is een curiosum van architectuur van het einde van de 19e eeuw. Wandel, kijk en verbaas u. Neogotiek, romantiek, art nouveau en art deco - het staat onverstoorbaar op een rij.
• Brusselse spruitjes of Turks brood? Oesters met een glas witte wijn of Vlaamse hoppescheuten? Elke zaterdag tot 16.00 uur op de versmarkt op het Theaterplein, een feestelijk en exotisch gebeuren. Op zondag is hier de bekende vogelenmarkt. Hier vindt u alles wat een mens nodig heeft, al is de handel in levende dieren aan banden gelegd. Volkser gaat het toe op de wekelijkse vrijdagmarkt op de - waar anders - Vrijdagmarkt in het historische centrum. Hier worden hele inboedels, tweedehandskleding en allerlei wonderlijke voorwerpen verkocht onder toeziend oog van de heilige Catharina, patroonheilige van de voddenmannen.
|
|
In de rubriek 'Vraag en antwoord' geeft huisarts en hoofdredacteur Jan Huizinga antwoord op vragen van patiënten en lezers over gezondheid, medicijngebruik en veelvoorkomende alledaagse klachten.
|
Wat kun je doen bij een verkoudheid | | | Een verkoudheid is een ontsteking van het slijmvlies van de neus die vaak ook doortrekt naar de neusbijholten en de keel. Het slijmvlies zwelt op en maakt slijm en vocht aan. De neus raakt daardoor verstopt en je krijgt een loopneus. Ook kan het slijm in de keel lopen waar het een hoestprikkel veroorzaakt. In de neus kan het een niesprikkel geven. Als de slijmvliezen van de stembanden ontstoken raken wordt je hees.
|
| De verkoudheid wordt veroorzaakt door een virus. Dit kan steeds een ander virus zijn waardoor je ook meerdere keren achter elkaar verkouden kan worden. Je wordt besmet door druppeltjes die virussen bevatten. Die druppeltjes worden verspreid door iemand anders die verkouden is en het virus bij zich draagt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door hoesten en niezen, maar het virus kan zich ook verspreiden via de handen. Doe je je hand voor de mond bij hoesten dan kan je iemand besmetten door zijn hand te schudden. Een besmetting is bijna niet te voorkomen en zeker niet in ruimten waar mensen dicht op elkaar zitten zoals in een kantoor, in dagverblijven of in je gezin. Door een hand voor de mond of neus te houden bij het hoesten en niezen en door regelmatig de handen te wassen kun je de verspreiding van het virus een beetje voorkomen.
|
| Er zijn een aantal middelen om wat verlichting te krijgen als je verkouden bent. Zo kun je gaan stomen met heet water. Voeg daarbij geen kamille of menthol toe aan het water, hierdoor kunnen de slijmvliezen juist weer geïrriteerd raken. Ook kun je zoute druppels in je neus doen. Deze kun je zelf maken door een afgestreken theelepel zout in een glas water te doen en daarmee een aantal keren per dag een paar druppels in ieder neusgat te doen. Zoute neusdruppels kun je ook kopen bij de drogist of apotheek. Ook zijn er druppels met xylometazoline waarbij de zwelling van het slijmvlies afneemt. Het is ook in de vorm van een spray te verkrijgen. Gebruik het echter niet langer dan een week omdat anders het slijmvlies beschadigd kan worden.
Deze middeltjes kunnen de klachten wat verminderen. De verkoudheid moet echter vanzelf overgaan maar dit kan een tijdje duren, soms een paar weken. Antibiotica helpen niet bij verkoudheid, want deze medicijnen werken niet bij een virusinfectie.
Krijg je andere klachten bij de verkoudheid zoals sufheid, langer dan vijf dagen koorts (boven de 38 graden), kortademigheid of een tweede koortspiek nadat de koorts was verdwenen dan is het raadzaam om de huisarts te bezoeken.
|
|
Het bijzondere fotowerkvan The New York Times Magazine
Wie een goed beeld wilt krijgen van de moderne beeldende kunst in Nederland na de Tweede Wereldoorlog moet niet naar een museum maar... naar een ziekenhuis. De academische ziekenhuizen bezitten inmiddels openbare kunstcollecties van een museale kwaliteit. Absolute uitschieter is het AMC in Amsterdam dat de openbare ruimten in het ziekenhuis heeft verrijkt met zo'n duizenden kunstwerken.
|
| De voor de tentoonstelling geselecteerde foto's tonen de bijzondere manier waarop The New York Times Magazine fotografie gebruikt om verhalen te vertellen. De tentoonstelling bestaat uit elf delen, elk gewijd aan een bijzonder project of een combinatie van projecten die eerder zijn gepubliceerd in het tijdschrift. Naast voorbeelden van reportage- en portretfotografie is er ook (autonome) kunstfotografie te zien. Aan de hand van visuele middelen uit de verschillende stadia van het totstandÂÂÂkomingproces van het blad, zoals 'shot lists', werk-afbeeldingen en contactÂÂÂafdrukken, wordt ook een beeld gegeven van de onderlinge samenhang tussen het oorspronkelijke idee en de uiteindelijk gepubliceerde pagina.
De tentoonstelling bevat vijfhonderd beelden van honderdveertig fotografen, waaronder Philip Lorca diCorcia, Gregory Crewdson, Rineke Dijkstra, Mitch Epstein, Lee Friedlander, Nan Goldin, Jeff Koons, Inez van Lamsweerde, Annie Leibovitz, Ryan McGinley en Sebastiao Salgado.
De tentoonstelling The New York Times Magazine Photographs is tot 24 juni te zien bij Foam aan de Keizersgracht 609 in Amsterdam.
www.foam.org
|
Vrouwen overlijden vaker aan hart en vaatziekten | | | Hart- en vaatziekten zijn geen mannenkwaal
De symptomen bij vrouwen
Komt een vrouw met hartklachten bij de dokter...
Dokter zegt: ‘Niks aan de hand.’
Dokter denkt: ‘Gezeur.’
Resultaat: na een hartinfarct overlijden bijna twee keer zoveel vrouwen als mannen.
_________________________________________________________________________________________
Dat hart- en vaatziekten een ‘oudemannenkwaal’ zijn, is een hardnekkige mythe. Er overlijden juist meer vrouwen dan mannen aan. De statistieken liegen niet: in Nederland gaan dagelijks 60 vrouwen en 52 mannen dood aan een hartinfarct of een beroerte. Hart- en vaatziekten zijn bij vrouwen zelfs doodsoorzaak nummer één. Van de Europese vrouwen overlijdt 42 procent binnen een jaar na een hartinfarct, van de mannen 24 procent.
__________________________________________________________________________________________
Een verklaring van het hogere sterftecijfer onder vrouwen is dat vrouwen bij een hartinfarct minder vaak dan mannen op tijd de juiste diagnose en de juiste behandeling krijgen. Hoe komt het toch dat dokters zoveel hartinfarcten bij vrouwen missen?
__________________________________________________________________________________________
Hartkwalen openbaren zich bij de vrouwelijke sekse niet altijd hetzelfde als bij mannen. Ze worden daarom nogal eens verkeerd ingeschatâ€Â, weet cardioloog Angela Maas. Zij zette in 2003 een hart- en vaatspreekuur op bij de Isala Klinieken in Zwolle om de screening van vrouwen van 40-plus te verbeteren. “Artsen zijn niet geschoold in het herkennen van de grote verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van hart- en vaatziekten. Hun kennis is vooral gebaseerd op onderzoek bij mannen, want vrouwen zijn veel minder vertegenwoordigd in wetenschappelijk onderzoek.â€Â
__________________________________________________________________________________________
In de richtlijnen voor artsen staan de klachten beschreven die mannen hebben bij slagaderverkalking en een hartinfarct, zoals pijn op de borst. Angela Maas: “Maar de hartklachten waarmee een vrouw bij de dokter komt, kloppen dikwijls niet met het boekje. Vrouwelijke klachten zijn bijvoorbeeld kortademigheid, oververmoeidheid, ernstige slaapproblemen, duizeligheid of hartkloppingen. Klachten die bovendien soms al jarenlang hebben voortgesudderd. Artsen doen deze vrouwelijke klachten vaak af als gezeur. Ze benoemen deze als vage klachten of klachten die horen bij de overgang of stress. Maar het zÃÂjn geen vage klachten. Het zijn klachten die juist bij vrouwen passen.â€Â
__________________________________________________________________________________________
Herken de symptomen
Waarom zijn hartklachten bij vrouwen zoveel vager dan bij mannen? Angela Maas: “Het proces van slagaderverkalking, het dichtslibben van de slagaderen, verloopt op middelbare leeftijd bij vrouwen anders dan bij mannen. Bij mannen ontwikkelt zich een vernauwing in de slagaderen, die de slagader op den duur afsluit. Bij vrouwen verloopt dit proces veel diffuser en langzamer, doordat de slagaderverkalking zich verspreidt over de hele vaatwand. Het bloedvat wordt over de hele linie nauwer. Dit resulteert in vagere klachten dan de klassieke pijn op de borst.â€Â
__________________________________________________________________________________________
Veel artsen herkennen dus de typisch vrouwelijke symptomen niet. Ook veel vrouwen zelf hebben niet in de gaten wat er aan de hand is. Maas: “Mannen zijn eerder geneigd om naar de dokter te gaan, vrouwen interpreteren hun klachten vaker zelf. Ze wijten hartklachten meestal aan spanning of drukte, omdat ze hun eigen symptomen niet kennen en zich niet realiseren hoe vaak een hartinfarct bij vrouwen voorkomt. Bovendien wachten ze vaak te lang voordat ze naar de dokter gaan, want ze willen niet zeuren. En áls ze dan eindelijk gaan, heeft de dokter vaak ook niet in de gaten wat er speelt. Het gevolg: vrouwen komen na een hartinfarct gemiddeld een half uur tot enkele uren later het ziekenhuis binnen dan mannen
__________________________________________________________________________________________
Neem je klachten serieus
Is het niet eens tijd voor een landelijke voorlichtingscampagne? “Daar lijkt het nog te vroeg voor. Er moet eerst meer onderzoek worden gedaanâ€Â, vindt Ank van Drenth, arts bij de Hartstichting. “Er zijn verschillen tussen de symptomen van een hartinfarct bij mannen en vrouwen, maar er is ook nog veel onbekend. In welke mate draagt de menopauze bijvoorbeeld bij aan hart- en vaatziekten? Bovendien hoeven deze atypische symptomen niet altijd te duiden op een hartziekte; vermoeidheid kan bijvoorbeeld ook andere oorzaken hebben. Wij moeten voorkomen dat vrouwen zich door massamediale campagnes onnodig ongerust maken.
Dat kan niet de bedoeling zijn.â€Â
__________________________________________________________________________________________
De Hartstichting wil vrouwen bewust maken van hun risicofactoren. Ank van Drenth: “Die zijn nagenoeg niet anders dan bij mannen. Wie denkt als vrouw geen risico te lopen op hart- en vaatziekten, heeft het ook mis. Neem je klachten altijd serieus.â€Â
_________________________________________________________________________________________
Ook artsen moeten meer gespitst zijn op de risicofactoren bij vrouwen, vindt cardioloog Angela Maas. “Bij vrouwen worden risicofactoren als hoge bloeddruk nogal eens ten onrechte toegeschreven aan stress of de overgang. Heb je een hoge bloeddruk gehad tijdens de zwangerschap, dan is dat een voorbode voor het krijgen van hart- en vaatziekten: je hebt twee- tot vijfmaal zoveel kans daarop. Maar er is geen enkele cardioloog die hiernaar vraagt, want het staat niet in de richtlijnen.â€Â
__________________________________________________________________________________________
Toch kan er ook een technische verklaring zijn waarom vrouwen niet altijd de juiste diagnose krijgen: de methoden voor diagnose blijken bij vrouwen niet altijd te werken. Ank van Drenth: “Bij een inspanningstest zie je bij mannen meteen: dit gaat niet goed. Maar bij vrouwen zijn lang niet altijd afwijkingen te zien, terwijl er wel degelijk iets mis kan zijn met hun hart. Zo’n inspanningstest is blijkbaar niet altijd geschikt om de diagnose bij vrouwen goed te stellen. Waarom niet? En hoe kan dat beter? Dat verdient dus ook nader onderzoek.â€Â
__________________________________________________________________________________________
Laat je niet afschepen
Eén ding is duidelijk: om de sterftecijfers naar beneden te brengen zullen de klachten bij vrouwen serieuzer moeten worden genomen. Door de dokters, maar ook door vrouwen zelf. “Bij vermoeidheidsklachten, kortademigheid, duizeligheid, slapeloosheid, hartkloppingen of pijn op de borst moet je naar de dokterâ€Â, zegt cardioloog Angela Maas. “Als het niet aan je hart ligt, is er soms gewoon geen verklaring voor je klachten. Maar een arts moet er wel goed naar hebben gekeken. De arts moet opties kunnen voorleggen: het kan dit of dat zijn. Je moet geruststelling krijgen die ergens op is gebaseerd. Laat je niet afschepen met: het is niks. Als de dokter het niet begrijpt, moet je naar een ander adres.â€Â
__________________________________________________________________________________________
Meer weten over hart- en vaatziekten? Bel de Informatielijn van de Nederlandse Hartstichting: T 0900-300 03 00 (lokaal tarief). Meer informatie over het hart- en vaatspreekuur van Angela Maas: www.vrouwencardioloog.nl.
Door: Marjan Hopman
|
Alle soorten jeuk op het hoofd | | | Veel mensen hebben wel eens last van jeuk op hun hoofd. Over het algemeen is het onschuldig, maar vervelend. Heeft u ook jeuk en wilt u weten waar u last van heeft?
__________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________
Het is belangrijk om te weten wat de jeuk veroorzaakt, want elke aandoening vraagt om zijn eigen aanpak. Dit zijn de meest voorkomende oorzaken...
__________________________________________________________________________________________
Roos
Roos is vrij eenvoudig te herkennen. Het zorgt voor de kenmerkende witte vlokjes in je haar en nek en op je schouders. Ook krijg je vaak een wat vettere hoofdhuid. Hoe roos ontstaat is niet helemaal duidelijk, maar het kan te maken hebben met te veel wassen met te veel zeep of juist te weinig hygiëne. Ook de huid kan te droog zijn of juist te vet.
Bovendien kan roos mogelijk ook nog verergeren door hormonen, verslechterde weerstand, stress of weersveranderingen. De oplossing is gelukkig simpel.
Over het algemeen helpt het om een anti-roosshampoo te gebruiken, deze vermindert de opbouw van dode huidcellen. Laat de shampoo vijf minuten inwerken en spoel goed uit. Om de paar dagen gebruiken. Niet alle shampoos helpen bij iedereen, misschien moet je er een paar uitproberen voor je de juiste te pakken hebt.
__________________________________________________________________________________________
Hoofdschimmel...
Hoofdschimmel
Schimmelinfecties van de huid komen vooral bij kinderen voor, maar kunnen ook bij volwassenen opduiken. Behalve de behaarde hoofdhuid is vaak ook de buitenste rand van de hoofdhuid aangedaan. Hoofdschimmel vormt vaak ronde, schilferende rode of grijze plakken op uw huid. Deze cirkels breiden zich langzaam uit, het haar wordt breekbaar en er kunnen kale plekken ontstaan.
Huidschimmels zijn altijd aanwezig op de huid, maar veroorzaken pas een infectie als ze in de huid en haarzakjes dringen. De huid vormt normaal een barrière, maar als er te veel zeep of shampoo wordt gebruikt, verdwijnen de vetzuren die de huid beschermen. Wanneer je wat ouder bent, een verminderde weerstand hebt of bijvoorbeeld diabetes, dan loop je meer risico op een schimmelinfectie.
Soms zal deze aandoening uit zichzelf weggaan, maar het is altijd verstandig om een dokter te raadplegen. Deze kan schimmeldodende middelen voorschrijven. Let er ook op dat schimmelinfecties besmettelijk zijn, dus pas op met het uitwisselen van beddengoed, hoofddeksels, handdoeken en kammen.
__________________________________________________________________________________________
Psoriasis..
Psoriasis
Wanneer er rode plekken op uw schedel zitten - met zilverachtige, witte schilfers - kan het ook om psoriasis gaan. De laag schilfers is vrij dik en droog. Mensen die psoriasis op hun schedel hebben, vinden dit vaak in milde vorm ook terug op de rest van hun lichaam. Let vooral op de haargrens, ellebogen, knieën, handen of voeten. Ook de nagels kunnen veranderingen laten zien.
Ook bij psoriasis kunnen speciale shampoos een uitkomst bieden. In ernstige gevallen kan de dokter medicijnen of speciale crèmes voorschrijven.
__________________________________________________________________________________________
Seborroïsch eczeem..
Seborroïsch eczeem
Als roos niet wit is maar meer geel en vettig en uw huid is rood en geïrriteerd, dan kan het zijn dat u seborroïsch eczeem heeft. Het is een infectie die vooral voorkomt op huid waar veel talg aanwezig is, zoals het gezicht en de hoofdhuid. Er zijn verschillende oorzaken voor, zoals een verstoorde hormoonhuishouding, schimmels en zelfs neurologische problemen.
De behandeling is gelukkig eenvoudig. Ook hier kunt u grijpen naar anti-roosshampoo. In ernstige gevallen is het nodig om een speciale shampoo, gel of lotion te gebruiken die schimmels en gisten aanpakt. Bij veel jeuk kan het nodig zijn om een onstekingsremmende lotion of crème aan te brengen.
__________________________________________________________________________________________
Hoofdluis..
Hoofdluis
Het is geen huidziekte, maar jeuken doet het zeker. Luizen lijken een voorkeur te hebben voor kinderen, maar ook als volwassene kunt u besmet raken. Mocht u last hebben van een jeukende hoofdhuid, wees er dan in elk geval zeker van dat het niet door deze kriebelende beestjes komt.
Ook hier ziet u kleine witgrijzige puntjes, maar in dit geval zijn dit geen huidschilfers, maar neten: de eitjes van luizen. Die plakken aan de haarwortel vast. Om te controleren of u luizen heeft, pakt u een luizenkam en kamt u uw haar uit boven een wit blad. Hier kunt u dan duidelijk luizen op zien liggen
__________________________________________________________________________________________
Door: Chantal van der Leest...
Bronnen: WebMD, Nederlands Huisartsen Genootschap
|
|
|
|